Laat het mij zijn
Laat mij het zijn
Laat mij het zijn die overblijft
wanneer je gaat
Zo ben jij het die het wordt bespaard
Te zien dat winters blijven komen
Ook als wij ons niet meer kunnen warmen
aan elkaar
Laat mij je overleven zij het niet te lang
zodat ik je missen kan
En ik zal mij er van vergewissen dan
dat het duister zuigt de leegte trekt
niets ergers, dan te moeten wachten
en toch klaar te zijn voor het vertrek
Laat mij het zijn die straks alleen ontbijt
met stompe tanden naast de krant
ik kom je dagelijks tekort sleep mij van spleen naar wee
en wil vooral niet en wil vooral niet dat het beter wordt
mijn lief mijn lief mijn lief mijn lief mijn lief
Laat mij het zijn
Laat mij het zijn
Laat mij… het zijn
Geef mij de rouw ik zal ze dragen
voorbij mijn kunnen in alle koppigheid
ik drentel door mijn al te lange dagen
van kop tot teen gehuld in ochtendgrijs
en ik zal drinken hoe wel ‘k het niet verdraag
op ons dat we mochten eventjes bestaan
Geef maar aan mij die eenzaamheid
en ik zal onbedaarlijk wenen
wanneer ik met mezelf ga spelen
aan ons denkend hoe het was,
‘k zal van je dromen in detail
en daarna komen, kapot gaan bovenal
Mijn lief mijn lief mijn lief mijn lief mijn lief
Laat mij het zijn
Laat mij het zijn
Laat mij… het zijn
Laat mij… het zijn
Ga jij mij voor maar in die domme dood
Ons bed ligt slechter dan het graf
‘k zal naar jou tasten in de nacht
Jij wordt de leegte die mijn schoot niet past
Een mens een muur die duizendmalen horen zal
hoezeer ik jou heb liefgehad
Dialoogvragen
  • Hoe voel ik me als ik eraan denk dat ooit de dood ons zal scheiden?