Gevoelens

Over je gevoelens praten dat kan moeilijker zijn dan het lijkt. Voor je het weet gaat over je gedachten, trek je conclusies en geef je een oordeel. Bijvoorbeeld: hij zit de hele avond achter zijn computer, hij heeft nooit tijd voor me, hij houdt meer van gamen dan van mij.

Probeer het met een Ik-boodschap: een zin die begint met ik en iets zegt over mijn gevoel. Bijvoorbeeld: ik vind het vervelend om ‘s avonds zonder jou in de kamer te zitten. Ik voel me dan alleen en ben bang dat ik niet belangrijk ben voor jou.

Het gaat vaak over angsten en dieper liggende verlangens. Door die te benoemen stel je je kwetsbaar op, kun je open zijn voor elkaar. Bijvoorbeeld: de angst om er niet bij te horen en alleen te staan, doet me denken aan die periode op de middelbare school, toen ik me ook zo alleen voelde.

Probeer bij het schrijven en praten over je gevoelens verder te komen dan de oppervlakkige gevoelens. Benoem de achterliggende angst of pijn, die je misschien herkent uit het verleden.

Dialoogvragen

Denk terug aan een onenigheid of strubbeling deze week. Beschrijf kort de situatie.

  • Wat deed ik?
  • Wat dacht ik?
  • Hoe voelde ik me?
  • Welke angst of pijn zit bij dit gevoel?
  • Herken ik dit van andere situaties?