
In de bewustwordingsfase van de verbrede dialoog gaat het behalve over gevoelens ook over onze gedachten en ons gedrag.
De tweede fase is de onderscheidingsfase. Wat leer ik hieruit over mezelf en mijn diepste verlangen? Daar gaan we het nu over hebben.
Het verhaal van De Wolven
Een oude indiaan gaf zijn kleinzoon onderricht over het leven. “Binnen in mij is een gevecht gaande” zei hij tegen de jongen. “Het is een afschuwelijk gevecht tussen twee wolven”. De ene wolf is slecht, hij bestaat uit woede, hebzucht, verwaandheid, wrok, leugens, trots, superioriteit en ego. De andere wolf is goed, hij is vreugde, vrede, liefde, kalmte, nederigheid, vriendelijkheid, vrijgevigheid en compassie. Binnen in jou woedt dezelfde strijd en datzelfde geldt voor ieder mens. De kleinzoon dacht enkele ogenblikken na en vroeg aan zijn grootvader: ”welke wolf gaat het gevecht winnen?” De oude man glimlachte en zei: ”degene die je voedt”.
We zouden de wolven niet verdelen in goed of slecht, want als we het over gedragspatronen hebben is het ene niet beter dan het andere. Alleen worden we niet blij als we het een meer voeden dan het andere. Het verdrukte deel krijgt honger. En dan ontbrandt de strijd in ons. De strijd hoe we het verdrukte deel in ons ook kunnen voeden. De strijd om iemand te zijn, onze ‘eigenwaarde’ en de strijd om bij iemand te zijn, geliefd, het ‘bemind worden’.
Hebben jullie je lievelingsgedragspatroon binnen je relatie al ontdekt? En wat komt in de verdrukking? Vaak is je gedragspatroon precies tegenovergesteld aan je diepere verlangen. De volgende vraag is: wat leer ik hieruit over mezelf en mijn verlangen?
De ene wolf gaat het gevecht aan met je ego. Eigenwaarde viert hoogtij, je voedt je gedachten met je gelijk en kunt daar in blijven hangen. Uiterlijk sterk, maar het verlangen naar bemind worden verliest. Of je voedt je met zachtheid en als het tegenzit gedraag je je als slachtoffer. De volgende keer gaan we het hebben over wat we kunnen doen.
Hans
Binnen mijn relatie met Gerry ga ik in eerste (en vaak ook in tweede) instantie voor het bemind worden patroon. Ik doe voorzichtig, ga conflicten uit de weg en dat soms zelfs ten koste van eerlijkheid. Ik leef mijn comfortabele leventje zonder moeilijk gedoe, totdat… ja, vaak is Gerry degene die de knuppel in het hoenderhok gooit. Pas zei ze vlak voor dat we gingen slapen: ‘ik zou wel wat meer intimiteit willen, tussen ons’. Ze zei het niet verwijtend maar toch schrok ik ervan. Is het weer zo laat? Ik draaide me om en liet de slaap over me komen.
Typerend voor mijn bemind worden patroon zei ik er de volgende dag nog steeds niets over, maar van binnen knaagde er wel wat. Wat bedoelt ze nu precies? Vindt ze dat we vaker moeten vrijen? Dat is wel een dingetje. Ik zie daar tegenop, want het gaat bij mij niet zo makkelijk meer. Vindt ze dat ik haar wel weer eens mag masseren? Dat vind ik zelf ook fijn. Vanavond dan, besluit ik. Ik zeg er nog niks over, dan kan ik er altijd nog onderuit.
Toch is dit gedrag niet waar ik echt naar verlang. Mijn mannelijke idool is iemand die gewoon zegt wat hij vindt, ook al is dat tegen de stroom in. Daar verlang ik naar, maar al die potentiële conflicten die dat oplevert houden me tegen.
Als ik een klus voortvarend aanpak ben ik blij met mijn gedrag. Het voedt mijn eigenwaarde. Het grote voordeel is dat een stoeptegel niks terug zegt. In communicatie vind ik dat een stuk lastiger. Ik bedenk wat de ander, wat Gerry, graag wil en pas mijn ideeën daarop aan, of ik wacht totdat Gerry zegt wat ze wil. Daardoor ben ik minder zichtbaar, terwijl ik daar wel naar verlang.
Gerry
Ik ben nog al eens weg. Even intiem een afscheidskus en daar ga ik. Als ik thuiskom, vliegt Hans al naar buiten om het hek open te doen. Wat fijn dat je er weer bent. Dat mag ik graag horen. Hans heeft mij gemist, hij wil graag bij me zijn. Ik voel me geliefd als hij dat zegt en laat merken.
Ik zou nog wel vaker weg willen om dat te ervaren, dat moment van thuiskomen. Mijn diepe verlangen is bemind worden, weten en ervaren dat ik geliefd ben.
Maar ik kan het zelf vaak niet geloven. Ik word nogal eens somber wakker met de gedachte: wie ben ik eigenlijk in dit leven? Ik kan die gedachte blijven voeden, door de woorden van vroeger te versterken. Altijd je best doen sterk en flink zijn en toch: je kunt het nooit goed doen. Dat is de vertaling die ik me toegeëigend heb. Mijn wolf die mijn eigenwaarde voedt, want ik blijf mijn best doen. Ik blijf hangen in mijn eigenwaarde patroon. Want ondanks dat ik mijn best doe voed ik de gedachte: wat stel ik eigenlijk voor? Verbeeld je maar niks. Ik kan jaloers zijn op Hans die door zijn bemind worden patroon mensen voor zich inneemt. En ik die zo serieus mijn best doe, word niet gezien. Dan trek ik me terug.
In huis voel en gedraag ik me verantwoordelijk en dat vind ik ook goed , maar als ik me te verantwoordelijk gedraag, krijgt het verlangen naar verbinding en me geliefd voelen weinig ruimte. Ik moet het toch eerst verdienen?
De wolven houden zich vaak koest of ik merk het niet altijd als ze zich klaarmaken voor het gevecht.
Toch, als ik zo somber wakker word, weet ik het. De wolven zijn weer bezig en ik heb invloed op het gevecht. Hoe ik dat kan doen komt de volgende keer.
Dialoogvraag
Hebben jullie je lievelingsgedragspatroon binnen je relatie al ontdekt? En wat komt in de verdrukking? Vaak is je gedragspatroon precies tegenovergesteld aan je diepere verlangen.
De volgende vraag is: wat leer ik hieruit over mezelf en mijn verlangen?
Ben je benieuwd naar meer diepgang in jullie patronen, dan kun je dat ontdekken in het Balansweekend.