Liefdeloosheid doet me pijn. Zien hoe mensen dingen doen zonder liefde, dat schrijnt. Ik ben gevoelig voor de manier waarop ik geholpen word in een winkel, bediend word op een terras.
Het is vele malen prettiger als mensen hun werk met liefde doen. Zelf lukt me dat ook lang niet altijd. Bij deze tekst blijf ik haken bij de liefde “laat zich niet boos maken”. Daar voldoe ik niet aan. Kleine voorvallen kunnen mij boos maken: verkopers aan de deur. Of nog erger: aan de telefoon. Ik bewonder mensen die op een vriendelijke manier iemand de deur kunnen wijzen. Ik voel me vaak teleurgesteld als mij dat niet lukt. Als ik weer onnodig onaardig was tegen iemand die ook probeert zijn werk goed te doen.
Waar komt mijn boosheid van vandaan? Ik ervaar dit soort voorvallen als “stelen van mijn tijd”. Ook in andere gevallen kan ik geïrriteerd raken als iemand, in mijn ogen, onnodig veel tijd van mij vraagt.
Ik zou willen dat ik beter word in liefdevol naar anderen toch voor mezelf op te komen. Al schrijvend kom ik zo weer bij de uitdaging die ik al jarenlang meeneem: “Ik laat duidelijk en mild merken wat ik voel en vind.”
André
Terug naar 1 Kor 13 – De Liefde
