Bij het lezen van 1 Kor. 13 wordt het me opnieuw duidelijk hoeveel richtingwijzers de bijbel ons geeft. De leus van de PKN in coronatijd is: ‘Houd moed, heb lief’. Hier is de lofzang op de liefde heel stimulerend en vol ideaalbeelden. Als ík zonder liefde leef, ben ik niks. Alles is zinloos en doelloos. Maar zo ben ik niet bedoeld.

En tóch haakt er iets. Door mijn ongewenste geboorte en doordat ik 44 jaar lang nooit een liefkoosnaam of aanhaling van mijn vader heb gehad, is liefde ook kwetsbaar, teer en beladen voor mij. Des te meer is het een geschenk dat God mij als eerste liefhad en liefheeft en dat de kracht van de liefde ook in mij aanwezig is.

Gelukkig is liefde geven, liefde delen en liefhebben het enige wat eindeloos gedeeld kan worden zonder op te raken. Al voel ik me wel eens leeg gegeven, toch is het reservoir nooit helemaal uitgeput. En dan de hoop. Wie hóópt houdt nog ergens aan vast. Dat ben ik: een vasthouder. Wie vertrouwt of gelooft kan ’t ook in de handen van de Ander of een ander leggen. Dat is voor mij een daad van overgave / loslaten. Dat vind ik heel moeilijk.

Liefde is de belangrijkste, de krachtbron. Vooral tussen ons samen. Jouw liefde voor mij is na jouw pensionering echt gegroeid. Daar ben ik dankbaar voor.

Thea

Terug naar 1 Kor 13 – De Liefde