klusjesman

Lieve Renie,

Ons is gevraagd om over deze tekst na te denken.
Het eerste stukje uit deze tekst dat gevoelens oproept is het stukje dat liefde niet alleen aan jezelf denken is. Ik vind mezelf ik-gericht. Ik voel me onrustig bij mijn ik-gericht zijn, bang dat ik Renie daardoor uit het oog verlies. Denk ik genoeg na wat de ander; jij, van mij nodig hebt? Gisteren was je niet lekker. Ik dacht erover hoe ik er voor jou kon zijn. Ik hou van je en ik heb je lief. Toch liet ik steken vallen. Achteraf liet je me weten blij te zijn dat ik wel klusjes ging doen, maar dat ik tegelijkertijd eigenlijk geen oog voor jou had. Dat ik niet echt naar je vroeg. En daar voelde ik me verdrietig over.

Verderop in de tekst staat ook dat de liefde alles verdraagt. Nu verdraag ik niet alles! Soms vind ik je een zeur of ga je in mijn ogen te ver, draaf je door. Dit zeg ik niet tegen jou. Ik ben bang dat je me niet meer moet.
Ik vind dat de liefde in het Bijbelgedeelte zwart / wit beschreven staat. Wanneer ik elke regel door laat dringen, voel ik me bang worden. Ik voel me tekortschieten in de relatie.

Aan de andere kant weet ik dat ik nog mag leren in de liefde. Ik ben er nog niet. Ik ben niet volmaakt. Door de genade van Christus voel ik me blij en rustig worden. Ik word geaccepteerd door God. Ik mag er zijn met mijn “beperkte” liefde.

Liefs, Bram

Terug naar 1 Kor 13 – De Liefde