In een serie artikelen beschrijven we de presentaties van het weekend. De 7e presentatie: In liefde met elkaar leven.

Deze 7e presentatie is de kern van de boodschap van het weekend: leef met elkaar in liefde.

Lang hebben wij deze presentatie onderschat en er zelf mee geworsteld. De kern is dat we op zoek gaan naar wat we meegekregen hebben in onze opvoeding, daar keuzes in maken en er dan open over zijn naar onze partner. Kiezen voor eigenwaarde, verantwoordelijkheid nemen en kwetsbaar durven zijn, ons laten beminnen in al onze naaktheid. Als we daar voor kiezen, ontmoeten we elkaar in zuivere liefde en worden één vlees.

In het Balansweekend gaan we hier nog dieper op in.

Gerry:

We zaten tegenover elkaar en hadden het over deze presentatie en wat er in zou moeten komen.

Ik vind het leuk om er eindeloos over door te praten en filosoferen en dat deed ik dus ook. Ik wilde het goed doen en het van alle kanten belichten. Ik praatte maar door en ondertussen haakte Hans af. Eigenlijk had ik het wel gemerkt, maar ik kon gewoon niet stoppen, doorzetten dus. Tot Hans zei dat hij er niet meer bij was en wilde stoppen.

Mijn verstand zei dat het klopte en dat het goed was dat hij het zei, maar mijn gevoel zei wat anders.

Ik voelde me verward en nam ook afstand. Later stelde ik voor om er over te schrijven. Hans aarzelde nog, daar voelde ik me onzeker van. Toch wilde ik verantwoordelijk zijn voor mijn behoefte aan verbinding. Dus begon ik te schrijven.

Lieve Hans,

Mijn verstand vond het goed dat je zei dat het teveel was. Ondanks dat ik het wel gemerkt had, schrok ik daar toch van. Mijn gevoel was niet verstandig, maar opstandig, boos dus. Dat liet ik niet merken, want zo gedraag je je niet en ik vond het ook niet redelijk om boos te zijn. Het voelde net als vroeger toen ik behoorlijk somber was en mijn vriendin aan de telefoon had, die voor mij out of the blue zei: nou Gerry ik moet….verbinding verbroken. Ook toen was ik boos. onder die boosheid leeft de angst om alleen te zijn, verlaten van iedereen en vooral van jou. Mijn gedrevenheid en het goed willen doen houdt me gevangen. Samen kunnen we veel, maar dan moet ik wel open staan voor jou. Ik was teveel met mijn eigen brainwaves bezig. Doorzetten en geen fouten maken, daarin zou ik meer mijn vader en moeder moeten verlaten. Ik schaam me dat ik jou uit het oog verloor. Nou ja ik merkte wel dat je afhaakte, maar ging toch door om de verbinding maar niet te verbreken. Ik wilde en kon niet accepteren dat die al verbroken was.

Ik voel me kwetsbaar en naakt. Ik ben zo bang om alleen te zijn en toch…

Kus van je meisje.

Hans:

Het filosoferen over deze presentatie was interessant, alleen voor mij zijn de grenzen eerder bereikt dan bij Ger. Op een gegeven moment zei ik dat het voor mij zo wel genoeg was. Wat maakt het nu ‘genoeg’? Terugkijkend kwam ik erachter dat ik in het gesprek steeds meer in de weerstand ging. Ik maakte er meer een strijd van. Niet eens zo zeer dat ik het oneens was, maar omdat ik het niet meer op kon brengen om mee te doen.

Ik schreef erover:

Lieve Ger,

Mijn best doen is er in mijn jeugd ingepeperd. Daar was ik mee bezig, mijn best doen en ik raakte verwijderd van mijn eigen behoefte, mijn behoefte om beperkte tijd met de presentatie aan de gang te gaan en daarna andere dingen te doen. Zo verloor ik mezelf.

Te laat zei ik dat ik wilde stoppen, stapte op en ik ging mijn eigen gang. Het blijft balanceren tussen verbinding houden met jou en mijn autonomie behouden.

Ik ben blij dat ik openlijk opkwam voor mijn behoefte, al had ik het beter eerder kunnen doen. Mijn vader en moeder verlaten was in dit geval: hardop zeggen dat ik wilde stoppen met het gesprek. En daar was ik trots op. Mijn ouders zouden dat veel meer onderhuids laten blijken, zoals ik dat soms ook doe.

Nu mijn binnenwereld. Ik heb me vaak onmachtig gevoeld als het om discussies gaat, onmachtig om ferm overeind te blijven, ook in discussies met jou. Aan het eind van ons gesprek was ik meer met mijn positie bezig, door eigenwijs en star aan mijn standpunt vast te houden. Ik wil niet dom gevonden worden.

Mijn ego was in het geding en ik was bang een onvoldoende te krijgen. Van domme gans is het maar een kleine stap naar domme Hans. Ik ben bang voor die incompetentie, bang om niet met de grote mensen mee te doen, te licht bevonden, ook door jou. Mijn best doen is geen garantie voor succes.

Zeggen dan ik iets niet kan, iets niet weet, geen beter argument te hebben, het zijn allemaal drempels die ik moet passeren. Ik voel me naakt, kwetsbaar als ik daaraan moet toegeven. Incompetentie, domheid zijn de spoken van het verleden die me naar beneden halen en ik vind het zo moeilijk om daar open over te zijn, zelfs tegenover jou. Jij die mij ziet en ik… ik sla mijn ogen neer.

Kus van je Hans.

Gerry:

De kwetsbare Hans, waarom sluit ik daar zo vaak mijn ogen voor, ik wil hem toch graag zien? ik was blij dat hij toch koos om erover te schrijven. Het maakte me zacht en open. We keken elkaar aan. Beschaamd, maar open en naakt. Zo kan het dus zijn: één vlees.

Dialoogvragen

Beschrijf een concrete situatie waarin het moeilijk voor je was om je in alle eerlijkheid te laten zien.

  • Wat moest je overwinnen?
  • Hoe voelde je je?
  • Wat was het effect van je zo te laten zien?