In een serie artikelen beschrijven we de presentaties van het weekend. De 4e presentatie: een relatie in de huidige samenleving. Over romance, teleurstelling en hoe we kunnen kiezen voor liefde.
De vorige keer hadden we het over de teleurstelling die na de romance komt.
Deze keer gaat het erover hoe we uit dat schijnbaar vanzelfsprekende systeem stappen en kiezen om lief te hebben. De aanleiding lijkt soms zo simpel, maar er zit vaak een hele wereld van gevoelens achter. En wat is dan kiezen voor liefhebben?
Hans
We hadden boodschappen gedaan, eigenlijk teveel boodschappen om mee te nemen op de fiets. Ik deed 2 zakken aardappelen van elk 5 kilo achterop.
Gerry: Moeten we het niet verdelen?
Hans: Nee hoor, dat kan best.
Ger had sowieso al een overvolle fietstas achterop.
Gerry: Gaat dat wel goed? Je bent achterop veel zwaarder.
Ik: Ja, gaat goed. Ik werd een beetje korzelig. Ik kan toch best met een paar zakjes aardappelen achterop de fiets rijden? Bij een verkeerslicht. Gerry: Ga je wel goed voorop zitten anders val je achterover.
Een tijd lang zei ik niets. Ik was geïrriteerd. Betuttel me niet zo, dacht ik. Maar o.k., ze bedoeld het ook goed en zorgzaam.
Even later, Gerry: de zak met aardappelen zakt scheef.
Ik: Ik zal stoppen.
Gerry Je moet wel stoppen!
Had ze me niet gehoord? Ik snap zelf ook wel dat ik moet stoppen als de aardappelen door Apeldoorn dreigen te rollen.
Weer een keuze. Laat ik me leiden door mijn irritatie? Ik had er tijd voor nodig en was stil. Mijn keuze voor liefhebben is het loslaten van mijn boosheid. ‘Wat is de natuur toch mooi hier op de Veluwe’, zei ik. Het was mijn manier om uit de stilte te stappen, de stilte die ons verwijdert. ’s Avonds in bed vertelde ik dat ik me een klein jongetje voelde en me liet leiden door mijn boosheid. Als gelijkwaardige partners konden we gaan slapen.
Gerry
Wat was ik verliefd op die mysterieuze jongen. Maar ik vertelde het al, in ons huwelijk ging ik me steeds meer ergeren aan die dromerigheid. Maar hoe ik kan kiezen voor echt liefhebben was en is nog een heel proces. Het vraagt veel geduld en dat heb ik niet altijd.
We waren op een feest en kregen koffie geserveerd. Staafjes suiker en melk stonden op tafel. Ineens hoor ik Hans zeggen: hè, ik had toch melk in mijn koffie gedaan en moet je nu zien, zwarte koffie.
Nou je hebt er zeker suiker in gedaan, zei ik.
Nee hoor zei Hans.
Ik bekeek die staafjes nog eens, zag dat er een leeg staafje van de suiker op tafel lag. Ik pakte de melk, maakte hem open en dacht het in de beker van Hans te doen.
He wat doe je nou? Zei Hans. En terwijl ik de melk in zijn beker wilde doen, trok hij hem terug. En ja hoor broek wit en koffie nog zwart.
Hans keek mij aan met opgetrokken wenkbrauwen en zei niks meer. Ik zag best dat hij boos was en zei ook niks meer. Ik was ook boos, wilde ik hem helpen en dan zo’n reactie. Stil dronken we onze koffie. Mijn gedachten vlogen alle kanten op. Natuurlijk kreeg Hans de schuld. Waarom kon hij mijn hulp niet aanvaarden? Waarom zei hij verder niks? jawel het bekende patroon.
Zo kwam ik niet verder. Ik moest het echt bij mezelf zoeken. Ik blijf verantwoordelijk voor mijn gevoelens al was Hans de aanleiding. Wat was het dat mij zo boos maakte en wat zat er onder die boosheid? Ik ervoer Hans zijn reactie als een afwijzing van mij als persoon. Ik werd niet gezien en zeker niet geliefd. Wat een afstand en daar ben ik juist zo bang voor.
Maar voor echt contact moest ik zelf in actie komen. Uiteindelijk kon ik zeggen: Hans wil je bij me blijven, ik heb je nodig. Later vroeg ik wat er met Hans gebeurde, mooi om dat in verbinding te kunnen doen.
Gerry en Hans Stevels