In een serie artikelen beschrijven we de presentaties van het weekend.

Heling – vergeving

Het vorige deel ging over de verwachtingen die we hebben van de mensen om ons heen en hoe dat in verband staat met onze eigen relatie. Het laatste deel van deze presentatie gaat over vergeving vragen en schenken. We doen elkaar pijn, soms zonder dat we het in de gaten hebben. Oude wonden worden weer opengehaald. Wat kan dat pijnlijk zijn.

Hoe kunnen we geheeld worden? Dat is de vraag waar het om gaat. De wonden kunnen mooie littekens worden als we onze pijn bloot leggen en laten behandelen. Maar het is kwetsbaar en we laten ons niet zomaar kennen. Het is een moeilijke, maar de enige weg naar heling. Het is makkelijker om boos te worden, de ander de schuld te geven, want de ander kent jouw kwetsbare plekken toch? Daarmee geef je de ander geen ruimte om je wond te verzorgen en speelt deze op onverwachte ogenblikken toch weer op.

Gerry

Ik vertelde Hans over een contact dat ik had. Ik voelde me er verdrietig bij. In het gewone leven, leek ik geen plek te hebben bij de ander. Hans vroeg door en ik kwam op mijn aloude thema: ben ik geliefd en heb ik wel plek? Het was fijn om het te kunnen zeggen. Hans vroeg door en zei op een gegeven ogenblik: ‘Ja dat is iets dat bij jou hoort’.

Bang, de genade klap! Niet zeuren, dat was wat ik hoorde. Ik werd stil. Hans vroeg: wat gebeurt er nu? Ik zei voorzichtig: ik had gehoopt dat je me getroost had, bij me was geweest in mijn pijn. Hans werd stil, want dit was kritiek en met kritiek raak ik Hans op zijn pijnplek. Ik zei niks meer en stil lagen we naast elkaar. Hier stopt mijn verhaal.

Moet ik hier vergeving voor vragen? Dat gaat mij te ver. Moet ik Hans vergeven dat hij niet aanvoelde wat ik op dat moment nodig had?

Ik weet dat het mijn pijn is, het is van mij. Mijn hart beschermde ik nog, ondanks dat Hans zijn armen naar mij uitstrekte. Ik bleef er in hangen.

Ik had beter gelijk kunnen zeggen wat ik nodig had.” Hans ik wil schuilen bij jou, je voelen, ervaren dat ik geliefd ben, ondanks mijn eeuwige twijfel.” Dat is waarin ik geheeld had kunnen worden. Zo ver kwam het niet. En Hans vergeven, terwijl hij het goed bedoelde, was nog ver weg. Ik sloot me af toen Hans dat op zijn manier wilde laten weten.

Hans

Ja, ik vroeg naar Ger. Ik herkende het mechanisme, want het lijkt een levensthema te zijn van Gerry. Als teken van begrip zei ik: ‘Ja, dat is iets dat bij jou hoort’. Ik kan me voorstellen dat zij het als een teken beschouwde dat het gesprek hiermee voor mij afgesloten werd.

Mijn intentie was echter om te zeggen: wat is de twijfel, dat je een plek hebt in het leven van anderen, toch een strijd voor je. Mijn bedoeling kwam anders binnen bij Gerry.

De uitspraak van Gerry: ‘Ik had gehoopt dat je…’ komt niet als een gewoon geuit verlangen bij me binnen, maar als verwijt: ‘jij hebt me niet getroost en dat had je wel moeten doen’. Ik voldeed niet aan de geduldige liefdevolle Hans, die ik wil zijn en ook vaak wél ben. Ik ben gevoelig, misschien zelfs overgevoelig voor kritiek.

Kritiek is een aanslag op mijn eigenwaarde en ik werd boos en zei niets meer. Het lukte me niet om naar het verlangen van Gerry te kijken. Hiermee raakte ik Gerry voor de tweede keer.

Ik trok me terug in gekwetstheid. Het duurde een poosje voor ik mijn gekwetstheid iets kon laten varen. Ik wilde weer contact. Mijn hoofd zei me dat het goed is om uit te reiken naar Gerry, maar mijn hart was nog niet helemaal op temperatuur. Toch zei ik ‘kom maar bij me liggen’. Dat Gerry zich nog niet kon geven snapte ik, uiteindelijk hield ik ook wat in reserve. Het was een stap.

De volgende dag kon ik me er beter voor openstellen. Ik kon nu horen dat mijn opmerking als een afwijzing was overgekomen en dat het zeer gedaan had en omdat ik naast mijn opmerking me ook nog eens terugtrok was nog eens extra pijnlijk. Hiermee verbrak ik de verbinding die voor haar een levensvoorwaarde is.

De woorden ‘wil je me vergeven dat ik je pijn deed’, komen me te zwaar over. Ik kon wel zeggen: ik vind het naar voor je. Ik had beter echt verbinding met je kunnen maken, voor ik zei dat dit bij jou hoort.

Is er nu sprake van heling? Heling in de zin van een blijvende genezing niet. De wonden hebben wat zuurstof gekregen om te genezen. Maar het blijft kwetsbaar.

Dit proces is niet af, zoals jullie kunnen lezen. We kwamen er niet toe om elkaar vergeving te vragen en te schenken.

Nog een stukje van Susan Smit naar aanleiding van het boek van Alain de Botton: Weg van de liefde.

Onze jeugdtrauma’s die we dachten verwerkt te hebben, geven we opnieuw vorm in onze relaties, om ze uit te werken en te helen.

Het innerlijk kind wordt getriggerd en ziet de geliefde aan voor de ouder.

Soms moeten we voorbijgaan aan de volwassen geliefde die we voor ons hebben en het boze kind zien, aanspreken en vergeven. Net zoals we dat bij onszelf kunnen doen. Wat een voorrecht dat je als geliefden zo dicht bij elkaar kunt staan dat de twee kinderen met elkaar aan de slag durven gaan. Wat een ruimhartige kans op heling biedt dat.

Jullie horen het al, wij konden nog niet voorbijgaan aan de volwassene en het kind in onszelf en de ander zien, achter de boosheid . Het kind dat pijn lijdt. We hebben nog wat te doen om dat kind in liefde nabij te zijn. Alleen dan kunnen we elkaar helen.

Dialoogvragen
  • Waarin ben jij te raken? Wat is jouw gevoelige plek?
  • Wat maakt het jou lastig om vergeving te vragen?
  • Wat maakt het jou lastig om te vergeven?
  • Wat heb ik nagelaten wat voor jou belangrijk is?